Per les worden ongeveer 12 woordjes aangeboden (lees hier waarom). Er komen 36-48 lessen per niveau. Dat wil zeggen dat je na het doorlopen hiervan meer dan 500 woorden en meer dan 500 korte zinnen kent.
De lessen zijn zowel op afstand (via videobellen) als in persoon aan te leren en tussen de lessen door kan er zelfstandig verder mee geoefend worden.
de woordjes tijdens een les aan te leren, zoveel mogelijk via TPR (lees hier, en hier meer over). Dat kan zowel in persoon als voor de webcam. Tips voor werkvormen lees je onder een apart kopje verder in dit bericht.
Tussen de lessen door kunnen de woorden zelfstandig op de eigen mobiel geoefend worden. Ook als je geen Nederlands leest.
De A lessen zijn losse woorden. Deze les leer je altijd als eerste.
Het materiaal is in ontwikkeling en wordt wekelijks aangevuld. Hoewel er een opbouw plaatsvindt (woordjes die terugkomen), kan elke les ook los aangeboden worden.
Tussendoor oefenen op de eigen mobiel
Juist deze groep mensen is zeer gebaat bij dagelijkse oefening omdat de woordjes in eerste instantie binnen een paar uur alweer wegzakken. Omdat je er als taalcoach niet elke dag bent, moet dit op een andere manier aangeboden worden. De lessen zijn oorspronkelijk ontwikkeld om met de app TinyCards van DuoLingo zelfstandig op de eigen mobiel te kunnen oefenen. Helaas werd de app gediscontinueerd. Niet helemaal ideaal, maar te doen is de vervangende app van Google: Presentaties. Het grote voordeel van deze app is dat het zowel plaatjes als audio ondersteund. Bijkomend voordeel is dat het mogelijk werd om ook vertalingen toe te voegen (audio). Dat is zeer waardevol omdat niet elk woord even duidelijk van een plaatje is af te leiden. De betekenis horen in de eigen taal bevordert het begrip aanzienlijk. Het wordt langzaamaan mogelijk om de woorden en zinnen van elke les dus ook te horen in Tigrinya en Arabisch.
Eerst installeer je de app van de PlayStore (andriod) of AppStore (apple). Het is gratis.
Dan navigeer je op internet, op je mobiel, naar deze link
Je zult naar Google Drive gestuurd worden. Daar zie je alle lessen 1-12 a en b.
Klik op een van die lessen. Hij wordt nu automatisch geopend in de app Google Presentaties.
Dit hoef je PER LES slechts eenmalig te doen. En alleen jij als taalcoach hoeft dit te doen.
Als een les eenmaal geopend is, blijft hij bij 'Recent' staan.
Tip: App de link van de lessen in Google Drive naar je taalmaat. Daar hoeft je taalmaat niets mee te doen, maar dan kun je eenvoudig die link steeds openen telkens als je naar een nieuwe les wilt.
Als taalcoach app je de link naar de betreffende les naar je
taalmaat. Zodoende hoeft hij/ zij nooit te zoeken. Slechts op de
link klikken en hij/ zij wordt automatisch doorgestuurd naar de
juiste les in Google Presentaties.
Delen doe je zo: klik op de '...' (rechts boven), kies 'Delen en
exporteren', kies 'Link kopieren'. Ga nu naar je whatsapp en plak
de link in je whatsapp bericht.
Wel is het nodig om de app bij je taalmaat op de mobiel te
installeren. En eenmalig instructie te geven. Een paar keer
samen oefenen. In mijn ervaring hoeft dat ook slechts eenmalig.
Instructie voor je taalmaat:
Klik op de link (in whatsapp) van de les die je wilt oefenen.
Klik op het driehoekje (een 'play' teken)
Kies 'Presenteren op dit apparaat'
Swipe om een slide verder of terug te gaan.
Klik op de megafoon en daarna op het driehoekje ('play' button) om geluid te horen.
Leer je taalmaat leren
Dit is iets dat moeilijker over te brengen is op afstand. En ook iets dat je regelmatig moet herhalen en controleren. Leer je taalmaat hoe ze moet leren. Dat is echt nodig want dat hebben ze nooit geleerd.
Stap 1: Kijk naar het plaatje. Klik op de megafoon en luister naar het woord. Herhaal het woord hardop (dit is oneindig veel effectiever dan het woord alleen maar aanhoren). Let op de uitspraak.
Stap 2: Kijk naar het plaatje. Welk woord hoort hierbij? Zeg het hardop. Klik nu pas op de megafoon en controleer of je het goed had. Let op de uitspraak.
Stap 3: Pas het in de praktijk toe. Neem steeds 1 les. Kijk rond in je huis. Hoe kan je deze woorden toepassen? NB Dit oefenen je ook in de les waarbij je het eerst voordoet en daarna je taalmaat vraagt om het na te doen met een ander voorwerp. Bijvoorbeeld, bij de les lichaam wijs je de verschillende lichaamsdelen aan en zeg je het Nederlandse woord (of zin als je dat kunt) dat erbij hoort. Of bij de les Sta-Zit-Emoties ga je daadwerkelijk staan, zitten of lopen en kijk je in de spiegel terwijl je verschillende emoties nabootst. En intussen herhaal je het woord. Dit is TPR en heel effectief.
Zo ga je van passief (horen en herhalen) naar actief (zelf reproduceren) naar toegepast (in de praktijk) leren.
Gebruik de setjes op je computer als ondersteuning van je les
Sommige begrippen zijn erg lastig duidelijk te maken. Een plaatje is dan soms heel handig. Ook kun je zo snel herhalen van wat al geleerd is.
Voor degenen die Tigrinya of Arabisch spreken kunnen ook de audiovertalingen van de woordjes en zinnen ingezet worden. Dat helpt verduidelijken wat bedoeld wordt met een bepaald plaatje / woord en verstevigt het begrip van de betekenis van wat je leert.
1. Download de plaatjes (jpeg bestanden), allemaal netjes geordend in mapjes per les. Zet deze op je computer. Neem je computer mee naar je taalmaat of laat via de camera op je telefoon het plaatje zien dat op je scherm staat OF
2. Download de plaatjes om uit te printen (links hieronder).
PS Laat weten als het niet lukt om de bestanden te downloaden! (vluchtelingenwerkdrv@gmail.com)Woorden voor de echte beginner of analfabeet (A0)
Hieronder kun je lezen welke woorden per les aangeboden worden.
Download hier in 1x de plaatjes die horen bij de eerste 12 lessen.
Download hier het overzicht van woorden en de daaraan gekoppelde korte zinnen voor de eerste 12 lessen.
Vind hier in Google Drive de Google presentaties voor de lessen 1-12
Het lichaam
Woorden: het hoofd, de ogen, de neus, de mond, de tanden, de oren, de nek, de hand, de vingers, het haar, de arm, het been
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Sta Zit Loop Emoties
Woorden: ik sta, ik zit, de stoel, de bank, op - onder, ik loop, blij, boos, bang, verdrietig, moe
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kijk Lees Spreek
Woorden: ik, jij, ik kijk, de televisie, het huis, de brief, de krant, het boek, ik spreek, een beetje, veel
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Ruik Hoor
Woorden: ik ruik, de bloem, de koffie, lekker, vies, ik hoor, de telefoon, de vogel, de radio
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Eet Drink
Woorden: ik eet, de appel, het ijsje, ik drink, de thee, de melk, de suiker, de koffiemelk, de koekjes, ja, nee
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kook Bak
Woorden: ik kook, de pan, de soep, de rijst, ik bak, de pan, het ei, de kip, de vis, de oven, de taart, in - uit
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Keuken en servies
Woorden: het mes, de vork, de lepel, het bord, de kom, het glas, het kopje, het schoteltje, het fornuis, de koelkast, de kraan, het kraanwaterLink naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Familie
Woorden: de man, de vrouw, de jongen, het meisje, opa, oma, vader, zoon, moeder, dochter, hij, zij
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Ziek
Woorden: de voorhoofd, de keel, de buik, de rug, slapen, hoesten, verkouden, overgeven, de huisarts, het ziekenhuis, de dokter, de verpleegster.
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Wijs Pak Leg Zet
Woorden: ik wijs, de deur, het raam, de tas, ik pak, de pen, het papier, ik leg, de tafel, de potlood, ik zet
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Doe Waar Schrijf
Woorden: open, dicht, tas open; tas dicht, waar? de bril, ik geef, het cadeau, ik schrijf, de naam, een hand geven, mijn, van mij, jou, van jou
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kleding
Woorden: de t-shirt, de mouw, kort, lang, de broek, de riem, de jurk, de rok, de trui, de jas, de sokken, de schoenen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
Hieronder kun je lezen welke zinnen per les aangeboden worden.
Download hier in 1x de plaatjes die horen bij lessen 13-24.
Download hier het overzicht van woorden en de daaraan gekoppelde korte zinnen voor lessen 13-24.
Vind hier in Google Drive de Google presentaties voor de lessen 13-24 om zelfstandig mee te kunnen oefenen.
Kleuren
Woorden: rood, groen, geel, blauw, roze, oranje, paars, wit, zwart, goud, zilver, bruin
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Voor Achter Naast
Woorden: voor, achter, naast, de auto, de fiets, de kast, het bed, het raam, de deur, de bel, kom hier
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Plaatsen in huis
Woorden: woonkamer, slaapkamer, keuken, kinderkamer, badkamer, toilet, voortuin, achtertuin, hal, zolder, groot, klein
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Huishouden
Woorden: de afwas, stofzuigen, stoffen, dweilen, opruimen, de was doen, vegen, schoonmaken, ramen lappen, was ophangen, boodschappen, strijken
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Weer
Woorden: zonnig, de regen, de wind, bewolkt, mistig, donder, bliksem, de sneeuw, warm, koud, buiten, binnen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Cijfers
Woorden: een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kennismaking
Woorden: hallo, tot ziens, ik heet, de naam, land, taal, woon, getrouwd, mijn vrouw, mijn man, mijn kinderen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Tijd en Klokkijken
Woorden: overdag, 's nachts, de ochtend, de middag, de avond, de nacht, de klok, een half uur, een kwartier, op tijd, te laat, te vroeg
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Dagelijkse routine
Woorden: wakker worden, opstaan, aankleden, tandenpoetsen, wassen, douchen, ontbijt, ik leer, ik werk, de bus, avondeten, slapen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Supermarkt
Woorden: de supermarkt, ik koop, de prijs, ik betaal, contant, pinpas, de aardappel, de aardbeien, de ananas, de boter, een zak, helpen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Weg wijzen
Woorden: links, rechts, rechtdoor, de trap, trap op, trap af, eerst, daarna, de weg, de eerste, de tweede, de derde
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Dagen Jaar
Woorden: het jaar, een maand, een week, het weekend, doordeweeks, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
Korte zinnen - de volgende stap naar een gesprekje (A0-A1)
Hieronder kun je lezen welke zinnen per les aangeboden worden.
Download hier in 1x de plaatjes die horen bij de eerste 12 lessen.
Download hier het overzicht van woorden en de daaraan gekoppelde korte zinnen voor de eerste 12 lessen.
Vind hier in Google Drive de Google presentaties voor de lessen 1-12
Het lichaam
Korte zinnen: Dit is mijn hoofd, Dit is mijn oog, Dit is mijn neus, Dit is mijn mond, Dit zijn mijn tanden, Dit is mijn oor, Dit is mijn nek, Dit is mijn hand, Dit zijn mijn vigers, Dit is mijn haar, Dit is mijn arm, Dit is mijn been
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Sta Zit Loop Emoties
Korte zinnen: Ik ga staan, Ik ga zitten, Ik zit op de stoel, Ik zit op de bank, op - onder, Ik loop naar de stoel, Ik loop naar de bank, Ik ben blij, Ik ben boos, Ik ben bang, Ik ben verdrietig, Ik ben moe
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kijk Lees Spreek
Korte zinnen: Ik kijk naar, Ik kijk naar de televisie, Ik kijk naar het huis, Ik lees de brief, Ik lees de krant, Ik lees het boek, Ik spreek Tigrinya, Ik spreek Arabisch, Ik spreek een beetje Nederlands
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Ruik Hoor
Korte zinnen: Ik ruik, Ik ruik de bloem, Ik ruik de koffie, Dat ruikt lekker, Dat ruikt vies, De koffie ruikt lekker, De bloem ruikt lekker, Ik hoor, Ik hoor de telefoon, Ik hoor de vogel, Ik hoor mijn vriend, Ik hoor de radio
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Eet Drink
Korte zinnen: Ik eet een appel, Ik eet een ijsje, Dat is lekker!, Ik drink thee, Ik drink melk, Wil je koffie of thee?, Ik wil koffie alsjeblieft, Wil je melk of suiker?, Ik wil suiker alsjeblieft, Wil je een koekje?, Ja graag, Nee dank je
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kook Bak
Korte zinnen: Ik kook het eten, Ik kook soep in de pan, Ik kook rijst in de pan, Ik bak een ei in de pan, Ik bak kip in de pan, Ik bak vis in de pan, Ik bak een taart, Een taart in de oven, In - Uit
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Keuken en servies
Korte zinnen: Ik snij met het mes, Ik eet met een vork, Ik eet met een lepel, Een bord op de tafel, Een kom soep, Een glas melk, Een kopje koffie, Dit is het schoteltje, Ik kook op het fornuis, De melk staat in de koelkast, Een glaasje kraanwater
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Familie
Korte zinnen: Hij is een man, Zij is een vrouw, Hij is een jongen, Zij is een meisje, Oud-Jong, Opa is oud, Oma is oud, Mijn zoon is jong, Mijn dochter is jong, Mijn vader is een man, Mijn moeder is een vrouw, Hoe heet jij?
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Ziek
Korte zinnen: Ik heb hoofdpijn, Ik heb koorts, Ik heb keelpijn, Ik heb oorpijn, Ik heb buikpijn, Ik heb rugpijn, Ik kan niet slapen, Ik moet hoesten, Ik ben verkouden, Ik moet overgeven, Ik wil naar de huisarts, Ik wil naar het ziekenhuis
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Wijs Pak Leg Zet
Korte zinnen: Ik wijs naar, Ik wijs naar de deur, Ik wijs naar het raam, Ik wijs naar de tas, Ik pak de tas, Ik pak de pen, Ik pak het papier, Ik leg de pen op tafel, Ik leg het papier op tafel, Ik leg de potlood op tafel, Ik zet de tas op de bank, Ik zet het bord op tafel
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Doe Waar Schrijf
Korte zinnen: Open-dicht, Ik doe de tas open, Ik doe het boek dicht, Waar is mijn pen? Waar is mijn bril? Ik geef jou mijn bril, Ik geef jou een cadeau, Ik schrijf een brief, Ik schrijf met een pen, Ik schrijf mijn naam, Wat is jouw naam? Mijn naam is...
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kleding
Korte zinnen: Kort-Lang, Mijn t-shirt heeft korte mouwen, Mijn t-shirt heeft lange mouwen, Lange broek of korte broek? Lange rok of korte rok? Ik zoek een riem, Ik zoek een trui, Ik zoek een jas, Ik heb 3 sokken, Ik heb 2 paar schoenen, Ik trek een t-shirt aan, Ik trek een jurk aan.
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
Hieronder kun je lezen welke zinnen in deze lessen aangeboden worden.
Download hier in 1x de plaatjes die horen bij lessen 13-24.
Download hier het overzicht van woorden en de daaraan gekoppelde korte zinnen voor lessen 13-24.
Vind hier in Google Drive de Google presentaties voor de lessen 13-24 om zelfstandig mee te kunnen oefenen.
Kleuren
Zinnen: Mijn rok is rood, Mijn broek is groen, De gele tas, De blauwe jurk, De roze strik, Dit shirt is oranje, Deze trui is paars, Ik wil witte sokken, Ik wil zwarte schoenen, De gouden ring, De zilveren ketting, De bruine riem
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Voor Achter Naast
Zinnen: Ik sta voor de stoel, Ik sta achter de stoel, Ik sta naast de stoel, Ik zit voor de televisie, De auto staat voor het huis, De fiets staat naast het huis, De stoel staat voor de kast, De stoel staat naast het bed, Ik sta achter het raam, Ik sta voor de deur, Ik bel aan, Welkom, kom binnen.
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Plaatsen in huis
Zinnen: Ik zit in de woonkamer, Ik slaap in de slaapkamer, Ik kook in de keuken, De kinderkamer is groen, Ik poets mijn tanden in de badkamer, Ik zit op het toilet, Ik geef de planten water in de voortuin, Ik lees in de achtertuin, Ik hang mijn jas op in de hal, De grote hond, het kleine hondje, Boven, Beneden
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Huishouden
Zinnen: Er staat veel afwas, Ik moet stofzuigen, Er ligt veel stof, Ik wil vandaag dweilen, Mijn kind wil niet opruimen, Ik wil morgen de was doen, Ik ben moe van het vegen, Ik ben druk met schoonmaken, Wij gaan samen ramen lappen, Wij gaan samen de was ophangen, Ik heb weinig boodschappen, Ik moet veel strijken
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Weer
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Aantallen
Zinnen: Ik heb 1 neus, Ik heb 2 ogen, Ik heb 3 pennen, Ik heb 4 broeken, Ik zie 5 tassen, Ik zie 6 bloemen, Er staan 7 stoelen, 8 t-shirts met korte mouwen, Mijn zoon is 9 jaar, Mijn dochter is 10 jaar, De taart is 11 euro, Er staan 12 borden in de kast
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Kennismaking
Zinnen: Hoe heet jij? Ik heet Musa, Waar kom je vandaan? Ik kom uit Syrie, Waar woon je? Ik woon in Mijdrecht, Hoe lang woon je in Nederland? Ik woon al 6 maanden in Nederland, Ben je getrouwd? Ja ik ben getrouwd, Heb je kinderen? Ja ik heb 4 kinderen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Tijd + Klokkijken
Zinnen: De kleine wijzer wijst het uur, De grote wijzer wijst de minuten, Het is 2 uur, Het is half 5, Het is kwart voor 8, Het is kwart over 7, Het is 5 voor 2, Het is 5 over 6, Het is 5 voor half 9, Het is 10 over half 4, Ik bel jou morgen, om 1 uur, Ik zie jou morgen om half 3
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Dagelijkse Routine
Zinnen: Ik wordt wakker, Ik sta op, Ik kleed me aan, Ik poets mijn tanden, Ik was mijn gezicht, Ik neem een douche, Ik eet ontbijt, Ik ga naar school, Ik ga naar het werk, Ik wacht op de bus, Wij eten avondeten, Ik ga naar bed, Ik ga slapen
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Supermarkt
Zinnen: Ik koop een zak appels, Ik koop een zak aardappels, Ik koop bananen, Ik betaal 23 euro, Ik betaal met de pin, Ik betaal contant, Hoeveel kost een ananas? De prijs is 2 euro, Waar vind ik de boter? Waar vind ik de chocola? Wil je mij helpen? Ik zoek de aardbeien
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Weg wijzen
Zinnen: Ga naar links, Ga naar rechts, Ga rechtdoor, Ga de trap op, Ga de trap af, Ga de eerste weg links, Ga de tweede weg rechts, Ga de derde weg links, Ga eerst rechtdoor, Ga daarna naar links, Ga eerst de trap op, Ga daarna naar rechts
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
****************************************************
Dagen Jaar
Zinnen: Een jaar heeft 12 maanden, Een week heeft 7 dagen, Gisteren, vandaag, morgen, Vandaag is het woensdag, Gisteren was het dinsdag, Morgen is het donderdag, Ik ga vrijdag naar de dokter, Maandag wil ik stofzuigen, Op zaterdag regent het, Wil jij koffie drinken op zondag? Doordeweeks ga ik naar school, In het weekend bak ik taart
Link naar de plaatjes van deze les (A4 formaat)
Werkvormen
Een van de grote voordelen van lessen op afstand is de tijdfactor. Zonder reistijd is het al heel wat makkelijker om bijvoorbeeld 2 of 3 keer per week met je taalmaatje af te spreken voor een les. Woordjes leren is heel vermoeiend. Zoals je hier kunt lezen, is het 10-12 woordjes per keer heel goed te doen in een half uurtje met herhalingen. Het is veel makkelijker om vaker een kleiner groepje woorden aan te leren, dan in 1x een lange lijst. Hoe kun je woordjes leren wat leuker en afwisselender maken? Door de soort oefeningen te variƫren.
In het echt
Verzamel de voorwerpen in het echt en laat deze eerst om de beurt zien. Als de woordjes aardig bekend raken, dan laat je de voorwerpen in willekeurige volgorde zien.Varieer in voorwerpen. Bijvoorbeeld: laat bij 'de pan', verschillende soorten pannen zien.
Nog beter zou het zijn wanneer je taalmaatje zelf voorwerpen liet zien die bij de zinnen hoorden. Dan zet iemand actief zijn lichaam in en daardoor beklijven de woorden nog beter.
Gebruik gebaren en beeld het uit
Sommige woordjes kun je met gebaren goed duiden. Gebruik je lichaam, je armen, je mimiek om de woorden of zinnen te verduidelijken. Laat de ander meedoen. Wanneer je je lichaam gebruikt worden woordjes beter onthouden.Bijvoorbeeld: bij 'Ik ben blij' trek je een overdreven blij gezicht. Je zult merken dat de ander automatisch mee gaat doen en ook een blij gezicht trekt terwijl hij/zij de woorden uitspreekt.
Bijvoorbeeld: bij 'Ik pak een pen' leg je ook daadwerkelijk een pen zichtbaar op tafel je die pakt en weer neerlegt. Of bij de begrippen 'In en Uit'. Dan pak je een pan en wat groente en je doet de groente in de pan ('in') en haalt het er weer uit ('uit').
Stimuleer de ander zoveel mogelijk om de handelingen met je mee te doen. Vaak werkt dit het beste als je ook af en toe fysiek met iemand afspreekt en dit nadoen/ op instructie handelen eerst met iemand oefent. Zo zet je een pan neer en zegt 'Pak de pan'. De ander zegt dan 'Ik pak de pan' terwijl hij ook daadwerkelijk de pan oppakt. Dit is woordjes leren volgens de TPR methode.
Maak alternatieve zinnen
Houd een lijstje geleerde woorden bij de hand en bied andere zinnen aan dan wat er strikt genomen geleerd moet worden. Varieer steeds maar met een woordje. Bijv. Ik loop naar de stoel. Ik loop naar de tafel. Ik loop naar de bank. Ik loop naar de tuin. Stimuleer hen om zelf ook andere voorbeelden te benoemen. Wanneer iemand taal actief gaat toepassen door erop te variƫren, wordt het niet alleen beter begrepen, maar ook beter onthouden.Speel samen een taalspelletje
Hier vind je een heleboel eenvoudige taalspelletjes die je met en zonder voorbereiding samen kunt spelen.Heb je zelf een leuk idee? Laat een berichtje achter!
Alle werkvormen die bij 'Werkvormen op afstand' staan kun je ook hier heel goed toepassen uiteraard.
Speel memory
Print de plaatjes 2x uit, knip ze los en speel samen memory. Speel ganzenbord met de kaartjes Teken op het A4tje met plaatjes een route die je moet aflopen. Als je dit meerdere keren doet, zorg dat de route steeds anders is. Plak stickers op de 4,5,6 van een dobbelsteen zodat je niet hoger kunt gooien dan 3. Anders ben je te snel door de route.Gooi om de beurt de dobbelsteen en loop het aantal gegooide ogen. Zeg het woord waar je op landt. Kun je ook een zin maken?
Of, zeg de korte zin die erbij hoort. Kun je de zin ook iets veranderen en er een nieuwe zin van maken?
Speel beeld het uit
Kies een aantal woorden/ zinnen die zich hier goed voor lenen. Maak een stapeltje en leg die met het plaatje onder op de tafel. Pak om de beurt een kaartje en beeld uit wat er op staat. Kan de ander raden wat je uitbeeld?Dit spel is ook erg leuk met meerdere mensen!
Maak een woord web
Hoeveel woorden/ zinnen van een bepaald thema kent iemand? De woorden / zinnen hoeven uiteraard niet alleen die van de lessen te zijn. Kent je taalmaatje meer? Schrijf ze op.Dit werkt heel bemoedigend omdat je direct ziet hoeveel woorden je al kent.
Houd een mini spreekbeurt
Dit kan wanneer je taalmaatje al redelijk wat woorden kent en zinnen kan vormen.Maak eerst samen een lijst van woorden die horen bij een bepaald thema (bijv. door samen een woordweb te maken). En laat de ander dan een kort verhaaltje van al die woorden maken.
Bijv. laat je taalmaatje omschrijven hoe hij wakker wordt, op staat, aankleedt (welke kleren), ontbijt klaar maakt (hoe en wat), wat hij gedurende de dag doet (wat en hoe), hoe hij een maaltijd bereidt of waarover ze het gehad hebben in een gesprek met vrienden enzovoorts.
Afhankelijk van welke thema's intussen aanbod zijn geweest.
Dit helpt een taalmaatje over zichzelf te vertellen, dat zijn vaak de makkelijkste onderwerpen om te beginnen met taal actief te gebruiken.
Speel samen een taalspelletje
Hier vind je een heleboel eenvoudige taalspelletjes die je met en zonder voorbereiding samen kunt spelen.Heb je zelf een leuk idee? Laat een berichtje achter!
De onderwerpen die bij LEERNL aan bod komen:
Let op: Er is bewust gekozen om niet het hele werkwoord aan te leren in het begin, maar de ik vorm. Voor deze doelgroep zijn de vele vervoegingen echt te moeilijk en is het doel vooral dat zij over zichzelf kunnen praten, dus in de ik vorm.
De precieze woordjes en zinnen vind je per thema in de uitvouw balkjes hierboven.
Thema 1-12
1. Het lichaam
2. Sta Zit Loop Emoties
3. Kijk Lees Spreek
4. Ruik Hoor
5. Eet Drink
6. Kook Bak
7. Keuken en servies
8. Familie
9. Ziekzijn
10. Wijs Pak Leg Zet
11. Doe Waar Schrijf
12. Kleding
Download hier in 1x de plaatjes die horen bij lessen 1-12.
Download hier het overzicht van woorden en de daaraan gekoppelde korte zinnen voor de eerste 12 lessen.
Thema 13-24
13. Kleuren
14. Voor Achter Naast
15. Plaatsen in huis
16. Het Huishouden
17. Het Weer
18. Cijfers en Aantallen
19. Kennismaking
20. Tijd en Klokkijken
21. De Dagelijkse routine
22. De Supermarkt
23. De Weg wijzen
24. Kalender begrippen (dagen van de week etc)
Download hier het overzicht van woorden en de daaraan gekoppelde korte zinnen voor lessen 13-24.
Vind hier in Google Drive de Google presentaties voor de lessen 13-24 om zelfstandig mee te kunnen oefenen.
Thema 25-36
25. Hobby's
26. Cijfers 10-1000
27. Geld
28. Voertuigen
29. Verkeer
30. Maand en datum
31. Fruit
32. Groente
33. Tijd afspreken
34. Seizoenen
35. Beroepen
36. Sporten
2 opmerkingen:
Ik kijk uit naar les 25 t/m 36. Weet u of en wanneer die online komen?
Een reactie posten