Doelen A0 naar A1

Beginsituatie
Natuurlijk heb je in gesprek met je taalmaatje zijn of haar begin situatie bepaald en in kaart gebracht wat zijn of haar wensen zijn, welke rollen hij of zij vervult en wat de talige aspecten daarvan zijn en waar je taalmaatje prioriteit aan geeft. (Lees hier meer)

Doelen
Vervolgens ga je doelen opstellen. (Lees hier meer over doelen opstellen)
Het kan helpen om hierbij in het achterhoofd te houden wat dit betekent voor de talige aspecten in relatie tot de talige aspecten van de doelen.
Bijv. Aurora is moeder en wil graag een gesprek met haar juf voeren over hoe haar kind het op school doet. Zij spreekt echter nog geen woord Nederlands. Het is dan niet realistisch om te verwachten dat zij binnen 2 maanden in staat is om een heel uitgebreid gesprek te voeren over de vorderingen op school of mee te denken met een pest-protocol.

Voor taalniveau A0 naar A1 staat het volgende:



Met dit in het achterhoofd is het realistisch om bijv. een reeks doelen op te stellen zoals:
1. Aurora kent na 1 maand de woorden voor de vakken die haar zoon volgt op school en begrippen voor beoordeling (cijfers en onvoldoende t/m goed).
2. Aurora kent na nog 2 weken de woorden voor welbevinden op school.
3. Aurora kan na nog 2 weken eenvoudige vragen stellen aan de juf over hoe haar zoon het doet op school. Bijv. Hoe gaat het met zijn rekenen? Doet mijn zoon het goed op school? Heeft mijn zoon vrienden?
4. Aurora kan na nog 2 weken ook antwoord geven op eenvoudige vragen die de juf aan haar stelt over haar zoon. Bijv. Hoe vindt hij het op school?
5. Aurora kent na nog 1 maand de woorden voor veelvoorkomende problemen bij kinderen op school en ook voor veelgebruikte oplossingen voor die problemen.
6. Aurora kan na nog 1 maand de juf eenvoudige vragen stellen over mogelijke problemen. Bijv. Wordt mijn zoon gepest op school? Waarom heeft mijn zoon een laag cijfer voor aardrijkskunde? etc.
7. Aurora kan na nog 2 weken antwoord geven op eenvoudige vragen die de juf in relatie tot problemen zou kunnen stellen. Bijv. Slaapt je zoon genoeg? Is hij vaak boos of verdrietig of bang? Houdt hij van lezen?
Let op: het gaat er hier niet om dat een kind problemen heeft of zelfs zal krijgen, maar wel dat een taalmaatje de woorden kent zodat ALS de juf ze zou gebruiken, hij of zij de woorden herkent als een signaal dat er iets niet goed gaat. In dit geval gaat het dus om voorbereiden op mogelijke situaties waar elke ouder tegenaan zou kunnen lopen.

Door het taalniveau in gedachten te houden voorkom je dat jij of je taalmaatje teveel verwacht en teleurgesteld raakt. Het helpt je op realistische doelen op te stellen.

Liever heel veel kleine stapjes vooruit, dan heel lang geen vooruitgang in voorbereiding op 1 grote stap vooruit. 

Geen opmerkingen: