Tips om woordjes te leren
Er zijn heel veel technieken online en in boeken te vinden over het memoriseren van woorden en feiten.
In het plaatje hieronder wordt dit alles prachtig samengevat.
Hoe meer ingangen je benut, hoe sterker het in je hersenen verankerd wordt en weer gevonden kan worden.
Hersenen
* Rechts-Links: verbind visueel met het talige. Bijv. plaatjes, kleurtjes, verbeelding.
* Humor: kun je er iets grappigs bij verzinnen? of er iets grappigs van maken?
* Je onthoud meer als je ontspannen bent, je je goed voelt en er vertrouwen in hebt.
Associatie - Verbeelding
* Denk aan een ander woord dat in klank lijkt op het woord dat je wilt leren. Bijv. Het Spaanse woord 'niño' (jongen) en 'niña' (meisje) lijken op het Nederlandse woord 'ninja'. Ik zie een stel kinderen verkleed als ninja's rondrennen en elkaar besluipen.
* Verbind het nieuwe woord aan gekke beelden, plaatjes, woorden in je eigen taal. Eigenlijk geldt:
hoe absurder hoe beter je het onthoud. Het mag ook best een verhaaltje zijn, dat is vaak makkelijker te onthouden dan een stel losse beelden.
Bijv. Het Portugese woord voor kast is 'armario'. Ik visualiseer een kast. Uit die kast komt een arm. Een vrouw schreeuwt 'AAAAA' en rent weg in het oerwoud van Rio (je weet wel, de film RIO...).
* Bedenk een ezelsbruggetje.
Zintuigen
* Gebruik verschillende zintuigen bij het aanleren van nieuwe woorden/ informatie, dat helpt je de woorden te onthouden. Bijv. woorden rondom de thema keuken of koken/ bakken: bak samen een appeltaart. De geur van de appeltaart, alsmede het voelen van het deeg en het proeven van de taart werkt allemaal versterkend.
* Rondom het thema vervoer kun je buiten lopen en alles benoemen dat met vervoer te maken heeft wat je zoal op de wandeling tegenkomt, alsmede de verkeersregels.
* Rondom het thema dieren kun je luisteren naar de verschillende dierengeluiden. Die zijn online wel te vinden. Of kijk een youtube filmpje waarin verschillende dieren worden afgebeeld.
* Gebruik muziek - niet voor niets zingen kinderen zoveel. Je kunt een voor je taalmaatje bekende melodie aanleren en daar Nederlandse woorden opzetten.
Overdrijf
* Maak het groter, Maak het absurder. Hoe gekker hoe beter.
Beweging
* Beeld uit wat je aanleert. Voor taalmaatjes die helemaal aan het begin staan gebruik je dit veel (TPR methode). Je gaat samen staan bij het woord staan, samen zitten bij het woord zitten. Je groet elkaar bij de deur en neemt afscheid bij de deur. Je wijst naar het raam bij het woord raam. Je pak een pen op bij het woord oppakken.
Bij taalmaatjes die al een aardig woordenschat hebben ga je uitgebreidere activiteiten ondernemen danwel rollenspelen. Bijv. een bezoek aan de arts. Een gesprek op school met de juf. In dit artikel vind je veel meer voorbeelden.
* Gebruik rijmwoorden.
Kleur
* Maak een mindmap of een samenvatting in kleuren zoals hierboven. Een tekening, kleur gebruik, verbeelding zijn allemaal extra ingangen naar het woord, de zin of de informatie dat je wilt onthouden.
Symbolen
* Groepeer dingen bij elkaar. Alles mbt eten, met uitgaan, met bezoek aan de arts etc. Leer woorden aan rondom een thema - dat maakt het makkelijker om ze te onthouden en later terug te halen.
* Verzin symbooltjes die uitbeelden wat je leren wilt.
Discussieer
* Dit is wat wij als taalcoaches vooral met onze taalmaatjes doen als zij bovenstaande toepassen en de nieuwe woordjes proberen eigen te maken. Wij zorgen voor situaties waarin die woorden gebruikt kunnen worden. Rollenspellen bijv. Discussie over allerlei onderwerpen. Activiteiten die relevant zijn.
Ervaar het
* Zoals eerder genoemd helpt het om dingen ook daadwerkelijk te doen. Bij taalmaatjes die basiswoordenschat moeten leren (TPR methode) ga je bijv steeds zitten bij het woord zitten, staan bij het woordje staan, wijs je naar het raam bij het woord raam, pak je de pen op bij het woordje oppakken etc. Bij taalmaatjes met een uitgebreidere woordenschat ga je activiteiten samen doen (in het echt of als rollenspel). Zie ook de link hierboven voor meer inspiratie wat je kunt doen.
Onderwijs het
* Het is werkelijk waar, heel bijzonder. Door stof aan een ander te onderwijzen moet je de stof veel actiever beheersen. Je activeert andere delen van je hersenen. Laat je taalmaatje dingen aan jou uitleggen - hoe zit dat? wat betekent dit woord? hoe moet je dit doen? Het is bijv. leuk om samen met je taalmaatje iets te bakken. Laat haar aan jou uitleggen hoe zij iets maakt. Of ga samen aan een auto sleutelen of de fiets. Laat je taalmaatje aan je uitleggen wat hij doet en waar dingen voor dienen.
* Ook grammatica leent zich hier heel mooi voor. Evenals spellingsregels. Welke regels zijn er? Kan je taalmaatje nog meer voorbeelden verzinnen?
Herhaal herhaal herhaal
* Elke dag herhalen. Dat is wel de sleutel. Hoe meer dagen je iets herhaalt, hoe langer het daarna in je hoofd blijft hangen. Je zou een soort schema kunnen gebruiken:
- eerste week: elke dag
- tweede tot vierde week: elke 2 dagen
- daarna 2 maanden elke week 1x
Je kunt hier heel goed een flashcard app gebruiken, zoals Quizlet.
Bronnen: www.sneleentaalleren.nl; wozzol.nl/woordjesleren; advanced memory techniques.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten