- Eten en drinken bestellen (restaurant, koffie tent, frietzaak etc)
- Laat je taalmaatje een groente kiezen die ze nog niet kent. Zoek daarna een recept voor een maaltijd waar die groente in zit om samen ook echt te gaan maken. Een volgende keer laat je je taalmaatje een recept uit eigen land kiezen en aan jou instrueren hoe het gemaakt moet worden.
- Vragen waar ze iets kunnen vinden of hoe duur iets is of hoe iets werkt (in een kledingwinkel, boekhandel, bouwmarkt, bibliotheek, speelgoedwinkel etc)
- (Telefonisch) vragen naar een item bij gevonden voorwerpen (van een zwembad, sportclub, vereniging etc). TIP: knip bijv. allerlei verschillende jassen uit en plak deze op een A4tje. Kopieer of maak een foto van het A4tje. Nu moet je taalmaatje een jas beschrijven terwijl jij kijkt of je de juiste jas eruit kan halen op basis van die beschrijving. Wissel daarna van rol.
- Invullen van formulieren (lid worden van de bibliotheek, aanvragen OV kaart, aanvragen bankpas, aangeven verloren bankpas, sollicitatieformulier voor vrijwilligerswerk of betaald werk. Let op: niet voor hen invullen - dat is het werk van de maatschappelijk begeleider, maar algemeen op internet beschikbare formulieren gebruiken als richtlijn/ oefening bij het invullen van dergelijke formulieren.
- Invullen van ONA resultaatkaarten (Orientatie Nederlandse Arbeidsmarkt) voor inburgering. Let op: niet voor hen invullen, maar gebruiken als richtlijn/ oefening en het bespreken van de onderwerpen die langs komen. [Hier te downloaden.] Onderwerpen: (1) beroep orienatie (2) realistisch beroepsbeeld (3) je eigenschappen kennen (4) beroepskansen (5) beroepscompetenties (6) netwerk opbouwen (7) werk vinden (8) werkcultuur
- Bespreken en opzoeken: wat zijn je rechten en plichten op de arbeidsmarkt. Wat is een CAO, verschillende soorten, arbeidsvoorwaarden. [Lees het hier.]
TIP: download een CAO in een sector waarin je taalmaatje interesse heeft en bespreek wat erop staat. Op de site van CNV kun je verschillende CAO's downloaden en ook lezen over wat een CAO is. [Lees het hier.] - Oefen sollicitatie gesprekken, van binnenkomst tot nabellen van de reden voor afwijzing of onderhandelen van salaris op het eerste gesprek.
- Bespreken en opzoeken: wat kun je doen en waar kun je heen als je vermoed dat je baas je onrechtmatig behandeld (salaris onterecht inhoud, meer van je verlangt dan in je contract staat etc). NB Helaas komt het veel voor dat buitenlanders uitgebuit worden omdat zij niet weten waar ze recht op hebben (hoe de wet hen beschermt, wat een werkgever niet mag vragen of doen), de taal onvoldoende beheersen om op te zoeken en na te lezen wat er precies in het CAO en hun contract staat, het moeilijk vinden om voor zichzelf op te komen, dikwijls niet geloofd worden wanneer ze wel klagen (weggezet worden als lui of lastig), niet weten bij wie ze hun beklag moeten doen of waar ze heen kunnen om vragen te stellen, bang zijn om actie te ondernemen want dan worden ze misschien ontslagen etc.
- Bijhouden van een administratie (denk aan een eenvoudige boekhouding, het organiseren van papieren op onderwerp, bijhouden van correspondentie (belangrijke brieven en je antwoord daarop), uren dat je gewerkt hebt of kilometers dat je gereisd hebt om te vergelijken met de loonstrook of reiskostenvergoeding. Let op: zorg hierbij dat je niet het werk gaat doen van de maatschappelijk begeleider van vluchtelingenwerk. Houd het algemeen en fictief. Organiseer bijv. de papieren die je hebt van je afspraken met je taalmaatje, de oefeningen die je doet, de brieven etc die je schrijft (als oefening). Maak een spelletje (zoals kinderen vaak 'winkeltje' spelen) over inkomsten en uitgaven. Bijv. maak allemaal kaartjes waarop verschillende inkomsten en uitgaven aangegeven worden en verwerk elke week een paar kaartjes. Of speel een spel als levensweg/ monopoly/ zakgeldspel en oefen met die bedragen een boekhouding bijhouden.
- Het plannen van een uitje (denk aan de reis uitzoeken, kosten, route die eventueel nog gelopen moet worden, wat er te doen en zien is, openingstijden etc). TIP: kies verschillende bestemmingen zoals een museum, een film, een bezoek aan een vriend(in) elders in NL, een speeltuin, een bibliotheek, een kasteel, dierentuin, wandel of fietsroute. Bespreek hoe je een kaart kunt lezen.
- Rollenspeel een bezoek aan de huisarts, tandarts, consultatiebureau, schooljuf. Bedenk verschillende scenarios zoals veelvoorkomende kinderziekten (hoge koorts, oorontsteking, gebroken been, diepe snee in het hoofd, van de trap gevallen, waterpokken, ernstige hoest), veelvoorkomende volwassen kwalen (griep, migraine, hartproblemen, maagklachten, plekjes op de huid, knobbel in de borst, bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker etc), de prikken bij het consultatiebureau, voortgangsgesprekken (10min) met de juf van school etc.
- Doe samen de stemwijzer of kieswijzer (in meerdere afspraken want het geeft vaak veel stof tot gesprek) en bespreek waarin jullie hetzelfde denken en waarin jullie verschillen van mening en wat de beweegredenen zijn om een bepaalde keuze te maken.
- Bespreek verschillende opvoedscenario's - niet om iemand opvoedadvies te geven, maar om je taalmaatje te helpen de woorden te vinden die horen bij hoe hij/zij de opvoeding vormgeeft. Dit is nodig omdat mensen soms best wat opvoedhulp kunnen gebruiken. Bekijk samen waar ze terecht kunnen met eventuele opvoed vragen in hun eigen regio. Zowel informele plekken (zoals OudersLokaal) als meer formele organisaties (zoals Centrum voor jeugd en gezin). Op de site van Regelhulp [link] vind je meer mogelijkheden. Het is dan handig als ze weten hoe ze zaken onder woorden kunnen brengen.
- Kennismaking met Nederlanders: bespreek en oefen hoe je bijv. op het schoolplein of wachtend bij het zwembad of in een ontmoetingsruimte, een eerste contact kan leggen met andere Nederlanders. Oefen een gesprek over het weer en andere algemene zaken waarover een kort gesprekje aangegaan kan worden.
- Oefen het bijhouden van een agenda. In Nederland wordt veel op afspraak gedaan, waar in andere culturen het overgrote deel van alle contact spontaan is en het contact van het moment prioriteit krijgt boven een afspraak met een ander later. Bespreek de verschillen, bespreek het belang van liever te vroeg dan te laat komen, wat je moet doen als je toch te laat gaat komen of niet kunt komen, hoe je dmv een kalender of agenda alles bij kunt houden, dat ook het uitnodigen van buren voor de koffie op afspraak gaat (op een open invitatie wordt veelal niet ingegaan door Nederlanders) etc. Oefen het maken en het veranderen van een afspraak (bijv. als er iets tussenkomt).
- Speel samen gezelschapsspellen (zeker als je taalmaatje kinderen heeft). Spellen als UNO, Alias, Bingo, Verteldobbelstenen, Boggle, Kwartet, Wie is het, Waar ben je etc oefenen de taal, maar leren ouders ook hoe ze met hun kinderen kunnen spelen.
- Bespreek overeenkomsten en verschillen tussen belangrijke zaken als verjaardagen vieren (op school trakteren, kinderfeestje geven), sinterklaas (het sinterklaas verhaal en dat veel Nederlandse ouders hun kinderen wijsmaken dat de sint echt bestaat totdat ze een jaar of 7 zijn, het maken van surprises, geven van cadeaus), oud&nieuw (oliebollen en vuurwerk), kraambezoek (maken van een afspraak, cadeaus, kaartje) etc. Maak bijv. samen een surprise voor iemand in hun gezin. Bak samen oliebollen. Verzin een paar leuke spelletjes voor een kinderfeestje en probeer deze eens uit. NB Het komt echt regelmatig voor dat kinderen van vluchtelingen jarenlang geen feestje krijgen omdat ouders wel willen, maar onzeker zijn hoe ze het moeten aanpakken en vormgeven hier in Nederland en bang zijn om niet voldoende met andere ouders/ kinderen te kunnen communiceren om het te laten slagen. Het kan ook leuk zijn om zo'n feestje samen te organiseren en er zelf bij te zijn als steun in de rug. 1x is vaak voldoende, dan is de spits eraf.
- Bespreek artikelen uit de wekelijkse regionale kranten zodat ze leren om deze ook wekelijks te lezen want daarin staat vaak toch wel belangrijke mededelingen over activiteiten die georganiseerd worden (zoals koningsdag, straattheaterfestival, culinairfestival, sinterklaas intocht etc).
- Oefen het op internet zoeken naar informatie. In dit tijdperk wordt verwacht dat men in eerste instantie zelf zoekt naar informatie. Dit is heel lastig als je de taal niet goed beheerst. Oefen daarom samen en kijk welke hulptechnieken gebruikt kunnen worden om het makkelijker te maken. Zoals het zoeken naar kernwoorden, gebruik maken van de kopjes en subkopjes en de eerste en laatste zin onder een subkopje.
- Je taalmaatje loopt wellicht in het dagelijks leven ook tegen dingen aan die hij/zij met je wil oefenen of bespreken. Vraag dus regelmatig naar wat je taalmaatje graag zou willen weten of oefenen!
Heb je zelf nog aanvullingen of tips? Laat alsjeblieft een bericht achter hieronder. Andere taalcoaches zullen je dankbaar zijn. Veel plezier samen!
1 opmerking:
Hartstikke nuttige suggesties en tips. Dank jullie wel hiervoor! Elanor, TC coordinator VWMN
Een reactie posten