Ervaringsverhaal taalmaatje startend op A1

Ik ben met veel plezier taalcoach en heb intussen 3 mensen mogen helpen. Hieronder deel ik mijn ervaringen.

Taalmaatje: Vrouw van rond 30
Taalniveau: A1
Doel: Een gesprek in het Nederlands kunnen voeren
Materialen: praatplaten, woordkaarten

Ervaring:
Deze mevrouw was mijn allereerste taalmaatje. Ik zag haar wekelijks anderhalf uur. Ik had toen ik begon, geen training gevolgd en online was er maar weinig te vinden over taalcoaching. Hoe moest ik de taalcoaching vormgeven? Ik was enorm zoekende.
Duidelijk was dat
er veel gewerkt moest worden aan het vergroten van haar woordenschat. Eerst hebben we de verschillende delen van het lichaam geoefend door te wijzen naar een lichaamsdeel en dan het woord ervoor te zeggen. Toen gingen we een aantal sociale uitspraken oefenen zoals 'Goedemorgen. Kom binnen en ga zitten. Wil je een kopje koffie of thee? Wil je suiker of melk? Tot ziens of Tot de volgende keer.' We hebben de ruimtes in het huis geoefend  (woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer) en ook verschillende dingen die zich in die ruimtes bevonden (bank, tv, kast, kraan, fornuis). Omdat ik hiervoor geen materialen had deden we dat gewoon door in de ruimte naar het betreffende voorwerp te wijzen. Daarna ben ik materialen gaan zoeken op internet om nog meer woordenschat te kunnen oefenen. Ik vond vooral de woordkaarten en praatplaten erg handig. Ik kon de geleerde woorden bij de praatplaat schrijven zodat ze die na afloop nog eens kon nakijken.
Ik heb voor haar een 'Mijn eerste Van Dale woordenboek' gekocht met woordjes en plaatjes, maar ik denk niet dat ze deze ooit bestudeerd heeft. Verder heb ik haar verschillende Nederlandse televisie series aangeraden (zoals Klokhuis, jeugdjournaal, kinderprogramma's - omdat de gebruikte taal wat eenvoudiger is), maar ik denk niet dat ze daar veel naar gekeken heeft. Terugkijkend denk ik dat ik deze activiteiten eerst een paar keer samen met haar had moeten doen en haar dan langzaamaan laten wennen aan het zelfstandig doen door specifieke opdrachten te geven en de volgende keer na te bespreken.
Wat ik heel fijn vond was dat haar man er af en toe bij zat. Zijn Nederlands was een stuk beter en zodoende konden we dan wat diepere gesprekken voeren over wat zij graag wilde leren of oefenen en op welke wijze. Wel domineerde hij dan het gesprek (zij durfde dan amper nog iets te zeggen) dus het was goed dat hij er maar af en toe bij zat als controle dat ik haar goed begreep en zij mij.
Zij vond het heel moeilijk om iets te zeggen als ze niet precies wist hoe ze het zeggen moest. Ze was bang om fouten te maken. Dat had als grootste nadeel dat ze minder probeerde en dus veel langzamer leerde dan wenselijk was. Jaren later volgde ze een taalcursus van de bibliotheek met een groep anderstaligen. Daar, vertelde ze, leerde ze langzaam haar schroom opzij te zetten en uitspraak en conversatie uit te proberen. Ze vertelde zelf hoeveel meer ze nu vooruit kwam.
Naast de taalcoaching heb ik haar ook op andere manieren mogen ondersteunen. Ik mocht haar helpen bij het vergaren van een babyuitzet. En toen zij een kind kreeg bracht ik haar en haar man met de auto naar het ziekenhuis. En ook weer thuis na de geboorte van haar kind. Haar dochter en mijn zoon zaten bij elkaar in de klas en zo langzamerhand raakten we bevriend. Van haar kreeg ik vriendschap - wat ik een cadeau vond. Ook werden mijn gezin en ik soms uitgenodigd om bepaalde tradities uit hun land te vieren. Erg leerzaam en gezellig voor ons allemaal. Ik nam haar en haar gezin mee naar koningsdag en samen vierden we sinterklaas. Ik leerde haar appeltaart bakken, zij leerde mij een gerecht uit haar land maken. We hadden echt leuk contact en in de tussentijd werd er steeds meer gepraat.
Waar ik vooral moeite mee had was haar gewoonte om altijd te knikken alsof ze begreep wat ik zei, terwijl ze in werkelijkheid mij helemaal niet begreep. Ik moest echt leren om de boodschap op verschillende manieren meermalen te herhalen en daarna te controleren wat ze begrepen had (dus niet: 'Begrijp je?', maar 'Wat gaan we nu doen?', 'Wat betekent dit?' etc).
Waar ik ook regelmatig tegenaan liep waren culturele verschillen. Zo vond ik het belangrijk dat ze op de afgesproken tijd klaar was om te gaan. Maar zij vond het belangrijk dat wanneer je de deur uit ging je er op je mooist uitzag want zo eer je de ander (je laat zien dat je moeite voor de ander wilt doen). Zo vond ik eerlijkheid belangrijk (zeg het maar als je iets wil of niet wilt). En zij vond beleefdheid belangrijk (je moet een gegeven paard niet in de bek kijken). En zo liepen we tegen nog wel wat dingen. Over en weer zorgde dat soms voor irritatie, maar het gaf ook weer stof voor gesprek: hoe doen jullie dat, hoe doen wij dat. En zodoende konden we ons in de loop van de tijd steeds meer inleven in de ander, elkaar beter begrijpen en waren we vanwege onze vriendschap ook bereid waar mogelijk de ander tegemoet te komen.
Ik vond het fantastisch om deze vrouw te leren kennen en te mogen helpen. We zijn intussen alweer zeker 7 jaar bevriend.

Geen opmerkingen: