In deze map vind je:
- praktische aanwijzingen voor de uitbreiding en versterking van de woordenschat van deelnemers
- tips hoe je het (beter) leren schrijven aanpakt
- tips hoe je feedback geeft op door de deelnemer geschreven teksten
- kaarten over de belangrijkste schrijfproblemen. Elke kaart gaat over een onderwerp en er staan tips op voor oefeningen. Deelnemers kunnen kopieën van kaarten opnemen in hun eigen taalmap als naslagwerk
- praktische voorbeelden van feedback die je als begeleider kunt geven op zelfgeschreven teksten van cursisten
- een taalkaartenschema, waarin de verschillende vaardigheden ingedeeld zijn per niveau (instroom, 1F, 2F) - heel praktisch als je wilt weten wat iemand moet kunnen op een bepaald niveau.
De Taalkaarten zijn ontzettend handig. Ze behandelen een aantal thema's:
- Leesbaarheid en leestekens
- Inhoud en opbouw
- Spelling: letters en klanken
- Spelling: werkwoorden
- Spelling: extra
- Grammatica
Per thema zijn er dan een hele rij onderwerpen waaruit je kunt kiezen.
Achter elke taalkaart staan een aantal oefensuggesties om specifiek met dat onderwerp verder te oefenen.
Een voorbeeld van een Taalkaart
VOORKANT
Onderwerp: ng of nk
Voorbeeld 1
bang
ik zing
ik vang
het ding
ik ging
de ring
de jongen
langzaam
de koning
De n en de g maken samen een nieuwe klank, de ng-klank.
Je moet vooral veel met deze woorden oefenen.
Voorbeeld 2
de bank
ik drink
de klank
ik stink
ik bedank
de pink
de winkel
donker
links
De n en de k maken samen een nieuwe klank, de nk-klank. Je hoort (ngk).
Je moet vooral veel met deze woorden oefenen.
ACHTERKANT
Oefensuggesties
1. Lees de woorden van voorbeeld 1 voor. Bespreek eventueel de betekenis. Laat de deelnemer de woorden nazeggen. Let daarbij goed op de uitspraak van de ng.
2. Lees de woorden van voorbeeld 2 voor. Bespreek eventueel de betekenis. Laat de deelnemer de woorden nazeggen. Let daarbij goed op de uitspraak van de nk.
3. Controleer of de deelnemer het verschil hoort tussen n, ng en nk. Maak drie kaartjes met n, ng en nk. Zeg de volgende woorden. De deelnemer wijst het goede kaartje aan:
de pink
ik ben
lang
enkel
de pan
de plank
ik breng
ik win
de woning
4. Er zijn veel woorden die eindigen op ing, zoals de opening, de rekening, de uitnodiging. Bespreek dat deze woorden altijd met ng worden geschreven.
5. Laat de deelnemer een lijst aanleggen in zijn map met ng en nk woorden.
6. Maak kaartjes met de woorden uit de voorbeelden. Maak van elk woord twee dezelfde kaartjes. Spreek Memory met deze kaartjes.
De Taalmap is bij Taal voor het leven te bestellen wanneer je lid bent van een deelnemersorganisatie en werkt met de Succes! series.
1 opmerking:
Deze map hebben wij vanavond behandeld op de cursus: taalvrijwilliger/ coach bij het Taalplein, verbonden aan de bibliotheek.
Wij kunnen deze map inzien als wij iets willen opzoeken.
Het is veel fijner om zo’n map thuis te hebben, zodat je rustig de nodige hulp kunt voorbereiden.
Is het mogelijk deze map aan te schaffen bij U?
Met vriendelijke groet
Anneke Dirks
Annekedirks@gmail.com
Een reactie posten