Dit is een verzamelplek met meer dan 20 gratis spellen. Een groot aantal kun je zonder voorbereiding doen, een aantal hebben enige voorbereiding nodig, en een paar zijn online spelletjes. Snuffel eens rond. En heb je zelf een leuk idee? Deel het alsjeblieft in de commentaar box onderaan het bericht voor andere taalcoaches!
Bedankt en veel plezier!
PS Klik op de grijze balk om deze uit te vouwen!
SPELLETJES ZONDER VOORBEREIDING
Om de beurt bedenk je een woord. Je woord moet altijd beginnen met de laatste letter van het woord dat de ander net zei.
Bijv. Persoon A zegt 'Paard'. Nu moet persoon B een woord bedenken dat begint met 'd', bijv. 'Das'. Persoon A moet vervolgens een woord verzinnen dat begint met 's', bijv. 'Slang'. Enz.
Houd het makkelijk door alle woorden toe te staan en gebruik van Google toe te staan. Maak het moeilijker door de woorden binnen een thema te houden (bijv. dieren, reizen, landen, kleding, eten, bloemen/planten/bomen, keukenvoorwerpen, meubels, beroepen, te vinden in huis, voertuigen etc) en gebruik van Google niet toe te staan.
Verzin zoveel mogelijk woorden die beginnen met een bepaalde letter bijv. 'n'.
Maak er een competitie van: wie kan de meeste woorden verzinnen in 1 minuut? Of ga gewoon om de beurt - halen jullie 20 woorden? 30, 40 of 50 woorden?
Herhaal dit spelletje een aantal maanden later : halen jullie nu meer woorden? Bedenk dat je taalmaatje ook van jouw woorden leert.
Kun je woorden bedenken voor elk letter van het alfabet?
Makkelijk: doe het om de beurt en neem zelf de moeilijke letters voor je rekening. Laat de invulling vrij - alle woorden mogen. Moeilijker: kies een thema (bijv. dieren, reizen, landen, kleding). Of laat je taalmaatje zelf zo ver komen als hij kan.
Herhaal dit spelletje na een aantal maanden. Worden nu meer letters ingevuld?
Begin een zin met 2 woorden. Bijv. Tom loopt. Om de beurt moet de zin met 1 woord langer gemaakt worden.
Tom loopt.
Tom loopt snel.
Tom loopt heel snel.
Tom loopt heel snel naar.
Tom loopt heel snel naar de.
Enz.
Welke zin die jullie samen maken was het aller langst?
Verzin 4 zinnen waarin het wie, wat, waar en waarom opgenomen is. Bijv. Mijn moeder drinkt 's ochtends altijd een kopje thee aan de keukentafel om rustig wakker te worden. Zoek samen naar de wie (mijn moeder), wat (drinkt een kopje thee), waar (aan de keukentafel), waarom (om rustig wakker te worden).
Maak nu 4 nieuwe zinnen van die ene zin waarbij je steeds 1 zinsdeel van de vorige zin overneemt. Bijv. zinsdeel (wat) overnemen: Tom drinkt een kopje thee met zijn broer na het eten in de restaurant.
Bijv. zinsdeel (waarom) overnemen: Om rustig wakker te worden luister ik graag nog een kwartiertje naar de wekkerradio voordat ik op sta.
Makkelijk: de nieuwe zinnen staan los van elkaar. Moeilijk: de nieuwe zinnen moeten samen een kort verhaaltje vormen.
Een bekend spel waarbij je voor elkaar een persoon, dier of ding verzint. Het moet iets zijn waarvan je weet dat de ander het wel kent. Bijv. Koning; Vis; Tafel. Nu mogen jullie om de beurt elkaar een vraag stellen die alleen met ja en nee beantwoord mag worden. Bijv. Ben ik een persoon? Ben ik een man? Ben ik belangrijk? Wie raadt het eerst wie of wat hij is?
Makkelijk: baken van te voren af of je een persoon, dier of ding bent. Hoe beter afgebakend, hoe eenvoudiger te raden.
Nog een manier om het makkelijker te maken (maar dit vergt wel wat voorbereiding): print een blad uit met daarop verschillende plaatjes (gebruik bijv. woordkaarten om het blad te vullen). Print deze dubbel uit en knip bij eentje alle plaatjes los van elkaar. Deze losse plaatjes leg je op de tafel (plaatje naar beneden). Je kiest ieder een plaatje - de ander moet nu raden welk plaatje je hebt gepakt door vragen te stellen die jij alleen met Ja of Nee mag beantwoorden. Omdat het plaatje een van de plaatjes op het voorbeeld blad is, wordt het al makkelijker om vragen te stellen.
Je kunt hiervoor ook de plaatjes van Wie is het? gebruiken. Juf Sanne heeft bijv. zelf een paar setjes gemaakt van fruit, transport en dieren die je zo kunt gebruiken. Ga naar de site.
Tip: het is niet nodig om een hoofdband te maken met een kaartje met plaatje of woord erop om dit spel te spelen.
Begin met een samengesteld woord. Het volgende woord moet beginnen met het tweede deel van het samengestelde woord om een nieuw samengesteld woord te maken.
Bijv. Bakfiets - Fietsbel - Belgemak - Gemakzucht - Zucht ...
Wat is jullie langste woorden-ketting?
Makkelijker: Gebruik Encyclo.nl om te zoeken naar mogelijkheden als je niet zo gauw op een samengesteld woord kunt komen. In de lijst komen ALLE woorden die beginnen met... daaruit moet je dan nog wel onderscheiden wat een samengesteld woord is en wat niet.
Je hebt ieder een papiertje en een pen. Je schrijft allebei een eerste zin op je eigen papiertje. Je vouwt nu het papiertje om zodat de ander die zin niet kan lezen. Daarna begin je alvast de tweede zin. Die is wel voor de ander te lezen. Nu wissel je van papiertjes. Je maakt de zin die de ander begon af, vouwt het papiertje weer om zodat deze niet te lezen is. Je begint alvast een derde zin die wel voor de ander te lezen is en wisselt weer van blaadje.
Makkelijk: vouw het papier niet om; spreek met elkaar af dat het verhaaltje na 10 zinnen af is of volg de variatie hieronder. Moeilijker: Maak het verhaaltje langer. Dit spelletje is nog leuker met een grotere groep. Lees de verhaaltjes natuurlijk als ze klaar zijn.
VARIATIE
Schrijf een persoon aan de bovenkant van een stuk papier. Het leukste is als je daar nog wat bijschrijft, bijvoorbeeld ‘een vrolijke bakker’, ‘de vermoeide dame’, ‘de leukste leraar van de school ...’ etc. Vouw het papiertje met de persoonsomschrijving naar achteren, zodat het niet meer te lezen is en geef het papier door. De volgende schrijft dan een plaats op, waar een persoon zich kan bevinden. Schrijf ook hierbij extra bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoorbeeld: ‘in een saaie winkel’, ‘op een drukke straat’, ‘in het donkere bos’, etc. Vouw wat je geschreven hebt weer naar achteren, zodat het niet meer te lezen is en geef het papier door. Als derde wordt er omschreven op welke manier de persoon een uitspraak doet. Begin met: zegt, schreeuwt, roept of fluistert en zet daar eventueel ook nog een emotie of een andere toevoeging bij. Bijvoorbeeld: ‘zegt heel verdrietig’, ‘roept boos,’ ‘fluistert jaloers’, ‘zegt met een hoge piepstem’. Als vierde wordt er een uitspraak opgeschreven. Bijvoorbeeld: “Hè, hè, even zitten!”, “Oh, wat ruikt het hier lekker!”, “Ja hoor, daar ben ik het helemaal mee eens !”. En dan... leest iedereen de gekke (grappige) combinatie voor. Maak gebruik van je stem, mimiek en lichaamstaal om het verhaaltje zo leuk mogelijk voor te lezen.
Een bekend spel voor in de auto... Je begint met 'Ik ga op reis en neem mee... een tandenborstel.' Nu moet je taalmaatje herhalen wat jij zei en daar een item aan toevoegen. Dus 'Ik ga op reis en neem mee... een tandenborstel en een boek.' Voeg steeds een item toe aan de lijst: hoeveel items kunnen jullie foutloos onthouden?
Schrijf 3 woorden op. Laat je taalmaatje een zin maken met die 3 woorden. Nu schrijft je taalmaatje 3 woorden op en maak jij daar een zin van. Herhaal een aantal keer.
Begin met een woord, bijv. bal. Waar denk je aan bij het woord 'bal'? Bijv. buitenspelen. Schrijf dat op. Nu mag de ander: waar denkt hij aan bij het nieuwe woord 'buitenspelen'. Bijv. vriendjes. Dan ben jij weer aan de beurt en zo gaan jullie door.
Ook een bekend spel dat geen verdere uitleg behoeft :).
SPELLETJES MET VOORBEREIDING
Print allemaal plaatjes uit (Google 'Woordplaatjes' - er zijn online heel veel gratis te vinden). Zorg voor een variatie aan kaarten. Pak om de beurt een kaart.
Eenvoudig: benoem wat je op het plaatje ziet. Moeilijker: maak een zin a.d.h.v. het plaatje. Nog moeilijker: omschrijf het plaatje zonder het plaatje te benoemen - kan de ander het raden? Bijv. Het is een dier, groot, bruin, heeft 4 poten, een staart, je kunt erop rijden, het eet haver (paard).
Hussel de letters van een woord. Kan je taalmaatje de letters op de juiste volgorde zetten en het woord uitvogelen?
Makkelijk: laat de eerste en laatste letter van het woord op de correcte plek staan, gebruik geen moeilijke of lange woorden. Moeilijk: hussel alle letters, gebruik langere woorden.
Op deze site worden de letters gratis voor je gehusseld.
Hussel de woorden van een zin. Kan je taalmaatje de woorden in de juiste volgorde zetten en de zin uitvogelen?
Makkelijk: verzin een willekeurige zin. Moeilijker: gebruik een passage uit een boek. Hussel de passage zin voor zin en bouw zo langzaam de passage op.
Tip: met excel of calc (open office) kun je eenvoudig de woorden van een zin willekeurig laten husselen. Typ in kolom B in elke cel een woord van de zin. Typ in cel A1 de functie '=Aselecttussen(1; 20)' en sleep dit naar beneden. Er worden nu willekeurig cijfers gegenereerd in kolom A. Kies in het menu 'Gegevens - Sorteren - op Kolom A'. De cijfers en woorden worden voor je gehusseld! Hanteer die als nieuwe woordvolgorde.
Maak online een rebus bijv. met The Rebus Club. Los deze samen op of laat je taalmaatje het zelf oplossen. Laat nu je taalmaatje voor jou een rebus maken.
Wellicht ben je bekend met de verteldobbelstenen? Deze kun je ook zelf maken. Schrijf op een papier 6 woorden per categorie. Verder heb je 1 dobbelsteen nodig.
Categorie 1: Persoon (soldaat, kapitein, dame ...)
Categorie 2: Voorwerp (sleutel, hek, koffer ...)
Categorie 3: Dieren (wolf, vleermuis, kat ...)
Categorie 4: Emoties (boos, verongelijkt, uitgelaten ...)
Categorie 5: Bijvoeglijk naamwoord/ Bijzonderheid (rood, glimmend, stekelig ...)
Categorie 6: Plaats (bij het meer, in het bos, onder een steen ...)
Categorie 7: Werkwoord (lopen, rennen, smeken, huilen, lachen ...)
Kies 3 categorieën. Gooi bij elke categorie de dobbelsteen. Gooi je ene '3', dan neem je het derde woord van het lijstje in die categorie. Nu heb je 3 woorden. Kun je een zin / verhaal bedenken met deze 3 woorden?
Teken zelf een ganzenbord. Zet op de vakjes onderwerpen. Gooi de dobbelsteen om je pion te bewegen. Nu moet je iets vertellen wat met het onderwerp op het vakje te maken heeft. Bijv. Ik land op het onderwerp 'familie' en ik vertel dat ik 2 zussen en 1 broertje heb. Onderwerpen kunnen bijv. zijn: huisdieren, school, huwelijk, vrienden, familie, je huis, je buurt, je dorp, je geboorteland, Nederland, ideale baan, favoriete voedsel, favoriete film, favoriete boek, favoriete muziek, de natuur, tuinieren, geld, hobbies, sport, toekomst plannen, dromen, gezondheid, weekend, beste wat mij ooit overkwam, dit maakt mij gelukkig, ideale man/ vrouw, dit doe ik voor de lol, hier ben ik goed in, dit ben ik, karaktereigenschappen etc.
Wie is het? is uiteraard bij allen bekend. Je moet raden wie de ander apart heeft gezet. Daarvoor moet je leren om vragen te formuleren. Op pinterest vind je ook andere onderwerpen die je in het spel kan toepassen, bv dieren, eten. Afhankelijk van het format van het spel dat je in bezit hebt kun je deze gewoon uitprinten of je moet het nog even aanpassen aan het format van je eigen spel. Je hoeft in ieder geval niet op zoek naar alle plaatjes.
Zo kun je op een speelse manier de taal oefenen. Ook geven de plaatjes vaak aanleiding tot een nieuw gesprek - bijv. over eten. Wat wij bijv. heel bekend vinden komt in hun land misschien helemaal niet voor. Denk maar eens hoe wij ons voelen als wij op de markt lopen en een kraam zien met allemaal - voor ons - onbekende fruit en groente. Je kunt praten over het bereiden van, de smaak, wat je er zoal mee kunt maken. Maar ook ter vergroting van de woordenschat is het heel nuttig.
Juf Sanne heeft op haar site voor haar klas een aantal kant en klare alternatieven gemaakt die je zo kunt printen. Ze geeft ook het idee om bijv. thematische stickers in tweevoud te kopen - daarmee kun je ook een eigen alternatieve inhoud maken.
Voor wie geen eigen 'Wie is het' spel heeft, je kunt deze ook simpel zelf maken op een stukje dun karton - zoals hier rechts afgebeeld. Plak dan bijv. de plaatjes van Juf Sanne op beide sets, lamineren en klaar. Koop bij de Action goedkoop een aantal whiteboard stiften - daarmee kun je op het plastic schrijven (dus aangeven wie je gekozen hebt, en afstrepen wie de ander niet gekozen heeft adhv je vragen).
Juf Anneliese en Juf Anke hebben dit prachtige vraagwoordenspel (pdf) vormgegeven. Het idee is om kinderen te helpen om zinsdelen in de juiste volgorde te zetten. Je kunt kaartjes met plaatjes gebruiken voor wie nog niet lezen kan. Je kunt de lege kaartjes gebruiken en zelf woorden daarop schrijven voor wie al wel lezen kan. Het idee is dat elk kaartje een soort puzzelstukje is. En van 3 puzzelstukjes maak je 1 zin. En dan wissel je bijv. 1 zinsdeel met een ander in die zin. De volgorde blijft hetzelfde, alleen de inhoud veranderd. Vervolgens kun je daarop uitbouwen door zinsdelen door elkaar aan te bieden (hoe groter een selectie om uit te kiezen hoe moeilijker het wordt), door meer dan 3 zinsdelen te gebruiken, door 2 aan te bieden en 1 zelf te laten verzinnen etc. Heel goed te gebruiken bij het oefenen van woordvolgorde. Download het spel (pdf) / Ga naar de site.
Oefen met klokkijken met deze aangepaste versie van Monopoly ontwikkeld door (bijna) juf Wendy. Op haar site zijn spelbord en spelkaartjes gratis te downloaden. Die kun je printen en gebruiken. De spelregels zijn een beetje anders dan je gewend bent van Monopoly.
De eenvoudige versie: als je op een rood vakje komt moet je een rode vraag beantwoorden. Heb je de vraag goed dan krijg je een geld beloning, heb je het niet goed, dan moet je een geld boete betalen. Kom je op een blauw vakje dan beantwoord je een blauw vakje etc. Kom je langs start dan krijg je geld cadeau, net als bij de echte Monopoly. De moeilijkere versie: wanneer je 3x een vraag van dezelfde kleur correct hebt beantwoord, dan mag je op het vakje waarop je de 3e keer staat, een huis bouwen voor een bepaald bedrag. Als nu anderen op dat vakje komen, dan moeten ze geld aan jou betalen, net als bij de echte Monopoly. Ook zijn de geld bedrag hoger, waardoor het geld rekenen ook lastiger wordt. Veel volwassenen zijn niet (meer) gewend om spelletjes te spelen. Toch is mijn ervaring dat ze het meestal wel heel leuk vinden om te doen. Zeker wanneer ze ook kinderen hebben, stimuleer je op deze wijze niet alleen de taalontwikkeling, maar ook het samen spelen - iets waar hun kinderen weer plezier aan kunnen hebben.
Ga naar de site: klokopoly spelbord en kaartjes
Oefen met geld met deze aangepaste versie van Monopoly ontwikkeld door (bijna) juf Wendy. Op haar site zijn spelbord en spelkaartjes gratis te downloaden. Die kun je printen en gebruiken. De spelregels zijn een beetje anders dan je gewend bent van Monopoly.
De eenvoudige versie: als je op een rood vakje komt moet je een rode vraag beantwoorden. Heb je de vraag goed dan krijg je een geld beloning, heb je het niet goed, dan moet je een geld boete betalen. Kom je op een blauw vakje dan beantwoord je een blauw vakje etc. Kom je langs start dan krijg je geld cadeau, net als bij de echte Monopoly. De moeilijkere versie: wanneer je 3x een vraag van dezelfde kleur correct hebt beantwoord, dan mag je op het vakje waarop je de 3e keer staat, een huis bouwen voor een bepaald bedrag. Als nu anderen op dat vakje komen, dan moeten ze geld aan jou betalen, net als bij de echte Monopoly. Ook zijn de geld bedrag hoger, waardoor het geld rekenen ook lastiger wordt. Veel volwassenen zijn niet (meer) gewend om spelletjes te spelen. Toch is mijn ervaring dat ze het meestal wel heel leuk vinden om te doen. Zeker wanneer ze ook kinderen hebben, stimuleer je op deze wijze niet alleen de taalontwikkeling, maar ook het samen spelen - iets waar hun kinderen weer plezier aan kunnen hebben.
Ga naar de site: geldopoly spelbord en kaartjes.
Bingo is uiteraard bekend. De action verkoopt een mini bingo numbers spelletje voor een paar euro. Dit kun je uitstekend gebruiken om numbers tot 100 te oefenen.
Wie liever zelf maakt, dat is ook eenvoudig. Kies bijv. 20 woorden en schrijf steeds 10 op een blaadje. Zorg dat je een aantal hebt. Schrijf nu alle 20 woorden op kleine blaadjes en vouw of frommel ze op. Doe ze in een zak of bakje - daar kun je dan steeds uit grabbelen.
Tip: met excel of calc (open office) kun je eenvoudig de woorden van een zin willekeurig laten husselen. Typ in kolom B in elke cel een woord van de zin. Typ in cel A1 de functie '=Aselecttussen(1; 20)' en sleep dit naar beneden. Er worden nu willekeurig cijfers gegenereerd in kolom A. Kies in het menu 'Gegevens - Sorteren - op Kolom A'. De cijfers en woorden worden voor je gehusseld! Hanteer die als nieuwe woordvolgorde.
VARIATIE THEMA'S OF TAAL REGELS:
Ook kun je een variant van bingo spelen door thema's of grammatica regels te gebruiken ipv numbers. In dit geval hoef je maar 1 speelkaart te maken, gebruik je alle thema's/regels ipv een selectie op de speelkaart en heb je als doel deze door te lopen op de volgorde dat ze gegrabbeld worden. Het is dus geen competitie tussen jou en je taalmaatje, maar je pakt om de beurt een kaartje en dat voer je om de beurt uit. Dus speel je met thema's (dieren, eten, supermarkt, in huis, kleding, sporten etc) en grabbel je bijv. het kaartje 'dieren', dan moet je daar vervolgens iets mee - wat dat is, spreek je natuurlijk van te voren af. Bijv. 3 dingen die horen bij dat thema opnoemen of opschrijven. Of een zin maken met het woord of in dat thema. Of je meest favoriete en minst favoriete noemen van dat thema. Etc. Bij taalregels kun je bijv. 3 woorden of zinnen bedenken die voldoen aan die taalregel. Of eentje die wel voldoet en eentje die niet voldoet. Of uitleggen wat die regel is. Etc. Zo kun je van een saaie oefening toch iets leuks maken!
Je kunt hier een dubbele oefening van maken door eerst samen met je taalmaatje het kwartetspel te maken. Je kiest samen een aantal categorieën uit. Die kunnen allemaal te maken hebben met 1 thema, of helemaal niet. Daarna bedenken jullie per categorie 4 woorden of onderwerpen die bij die categorie horen. Hiermee oefen je dus ook categorieën.
Daarna maken jullie de kaarten. Schrijf bovenaan de kaart de categorie. Schrijf in het midden van de kaart het woord of onderwerp van die kaart. Schrijf onderaan de kaart de 3 andere woorden/ onderwerpen die bij diezelfde categorie horen.
Nu kun je het spel samen spelen. Als je dit op gewoon A4 papier doet zullen de kaarten wellicht doorzichtig zijn. Je kunt een groot boek rechtop op de tafel laten staan en daar je kaarten achter verstoppen.
Er bestaat ook een kwartetspel voor NT2 die je kunt kopen. Daarvan is het plaatje die je hier ziet. Bij Boom NT2 te koop.
ONLINE SPELLETJES
Je kunt hier je eigen memory spel maken of bijv. een memory spel van iemand anders gebruiken. De memoryspellen zijn ook uit te printen.
Een favoriet spelletje bij veel juffen en taalcoaches en heel goed voor het oefenen met nieuwe woorden.
Om op memoryspelen.nl je eigen memoryspel te maken moet je wel een account aanmaken (alleen email adres en wachtwoord nodig). Je spel komt nu in de lijst zodat ook anderen deze kunnen spelen.
Hieronder een aantal uitgelicht:
Een leuk online spelletje om woordbegrippen, grammatica en spellingsregels etc. te oefenen.
Dit kan alleen online.
Er staan reeds veel spelletjes online die door andere gebruikers gemaakt zijn. Bijv.
Tegenstellingen
Fruit
En een hele lijst verschillende oefeningen van Taal in Beeld (woord + plaatje). Klik hier, scroll naar beneden.
Onder het kopje 'Mijn spellen' kun je een account aanmaken (gratis, alleen email en wachtwoord nodig) en je eigen spellen maken.
Ga naar de site.
Er zijn verschillende sites en apps die gratis woordzoekers aanbieden. Ook kun je zelf een woordzoeker maken (lees hier meer). Woordzoekers zijn ontzettend goed voor de woordenschat. Doe tijdens de taalles samen een woordzoeker en bespreek de woorden die je tegen komen en leer je taalmaatje hoe ze gebruik kan maken van een woordenboek.
Bijv. deze online woordzoeker van Denksport
SPELLETJES ZONDER VOORBEREIDING
Laatste Letter
Om de beurt bedenk je een woord. Je woord moet altijd beginnen met de laatste letter van het woord dat de ander net zei.
Bijv. Persoon A zegt 'Paard'. Nu moet persoon B een woord bedenken dat begint met 'd', bijv. 'Das'. Persoon A moet vervolgens een woord verzinnen dat begint met 's', bijv. 'Slang'. Enz.
Houd het makkelijk door alle woorden toe te staan en gebruik van Google toe te staan. Maak het moeilijker door de woorden binnen een thema te houden (bijv. dieren, reizen, landen, kleding, eten, bloemen/planten/bomen, keukenvoorwerpen, meubels, beroepen, te vinden in huis, voertuigen etc) en gebruik van Google niet toe te staan.
Brainstorm Letter
Verzin zoveel mogelijk woorden die beginnen met een bepaalde letter bijv. 'n'.
Maak er een competitie van: wie kan de meeste woorden verzinnen in 1 minuut? Of ga gewoon om de beurt - halen jullie 20 woorden? 30, 40 of 50 woorden?
Herhaal dit spelletje een aantal maanden later : halen jullie nu meer woorden? Bedenk dat je taalmaatje ook van jouw woorden leert.
ABC spel
Kun je woorden bedenken voor elk letter van het alfabet?
Makkelijk: doe het om de beurt en neem zelf de moeilijke letters voor je rekening. Laat de invulling vrij - alle woorden mogen. Moeilijker: kies een thema (bijv. dieren, reizen, landen, kleding). Of laat je taalmaatje zelf zo ver komen als hij kan.
Herhaal dit spelletje na een aantal maanden. Worden nu meer letters ingevuld?
Zinspelen
Begin een zin met 2 woorden. Bijv. Tom loopt. Om de beurt moet de zin met 1 woord langer gemaakt worden.
Tom loopt.
Tom loopt snel.
Tom loopt heel snel.
Tom loopt heel snel naar.
Tom loopt heel snel naar de.
Enz.
Welke zin die jullie samen maken was het aller langst?
Wie, Wat, Waar, Waarom
Verzin 4 zinnen waarin het wie, wat, waar en waarom opgenomen is. Bijv. Mijn moeder drinkt 's ochtends altijd een kopje thee aan de keukentafel om rustig wakker te worden. Zoek samen naar de wie (mijn moeder), wat (drinkt een kopje thee), waar (aan de keukentafel), waarom (om rustig wakker te worden).
Maak nu 4 nieuwe zinnen van die ene zin waarbij je steeds 1 zinsdeel van de vorige zin overneemt. Bijv. zinsdeel (wat) overnemen: Tom drinkt een kopje thee met zijn broer na het eten in de restaurant.
Bijv. zinsdeel (waarom) overnemen: Om rustig wakker te worden luister ik graag nog een kwartiertje naar de wekkerradio voordat ik op sta.
Makkelijk: de nieuwe zinnen staan los van elkaar. Moeilijk: de nieuwe zinnen moeten samen een kort verhaaltje vormen.
Wie/ Wat ben ik?
Een bekend spel waarbij je voor elkaar een persoon, dier of ding verzint. Het moet iets zijn waarvan je weet dat de ander het wel kent. Bijv. Koning; Vis; Tafel. Nu mogen jullie om de beurt elkaar een vraag stellen die alleen met ja en nee beantwoord mag worden. Bijv. Ben ik een persoon? Ben ik een man? Ben ik belangrijk? Wie raadt het eerst wie of wat hij is?
Makkelijk: baken van te voren af of je een persoon, dier of ding bent. Hoe beter afgebakend, hoe eenvoudiger te raden.
Nog een manier om het makkelijker te maken (maar dit vergt wel wat voorbereiding): print een blad uit met daarop verschillende plaatjes (gebruik bijv. woordkaarten om het blad te vullen). Print deze dubbel uit en knip bij eentje alle plaatjes los van elkaar. Deze losse plaatjes leg je op de tafel (plaatje naar beneden). Je kiest ieder een plaatje - de ander moet nu raden welk plaatje je hebt gepakt door vragen te stellen die jij alleen met Ja of Nee mag beantwoorden. Omdat het plaatje een van de plaatjes op het voorbeeld blad is, wordt het al makkelijker om vragen te stellen.
Je kunt hiervoor ook de plaatjes van Wie is het? gebruiken. Juf Sanne heeft bijv. zelf een paar setjes gemaakt van fruit, transport en dieren die je zo kunt gebruiken. Ga naar de site.
Tip: het is niet nodig om een hoofdband te maken met een kaartje met plaatje of woord erop om dit spel te spelen.
Woordenrijgen
Begin met een samengesteld woord. Het volgende woord moet beginnen met het tweede deel van het samengestelde woord om een nieuw samengesteld woord te maken.
Bijv. Bakfiets - Fietsbel - Belgemak - Gemakzucht - Zucht ...
Wat is jullie langste woorden-ketting?
Makkelijker: Gebruik Encyclo.nl om te zoeken naar mogelijkheden als je niet zo gauw op een samengesteld woord kunt komen. In de lijst komen ALLE woorden die beginnen met... daaruit moet je dan nog wel onderscheiden wat een samengesteld woord is en wat niet.
Doorgeefverhaal
Je hebt ieder een papiertje en een pen. Je schrijft allebei een eerste zin op je eigen papiertje. Je vouwt nu het papiertje om zodat de ander die zin niet kan lezen. Daarna begin je alvast de tweede zin. Die is wel voor de ander te lezen. Nu wissel je van papiertjes. Je maakt de zin die de ander begon af, vouwt het papiertje weer om zodat deze niet te lezen is. Je begint alvast een derde zin die wel voor de ander te lezen is en wisselt weer van blaadje.
Makkelijk: vouw het papier niet om; spreek met elkaar af dat het verhaaltje na 10 zinnen af is of volg de variatie hieronder. Moeilijker: Maak het verhaaltje langer. Dit spelletje is nog leuker met een grotere groep. Lees de verhaaltjes natuurlijk als ze klaar zijn.
VARIATIE
Schrijf een persoon aan de bovenkant van een stuk papier. Het leukste is als je daar nog wat bijschrijft, bijvoorbeeld ‘een vrolijke bakker’, ‘de vermoeide dame’, ‘de leukste leraar van de school ...’ etc. Vouw het papiertje met de persoonsomschrijving naar achteren, zodat het niet meer te lezen is en geef het papier door. De volgende schrijft dan een plaats op, waar een persoon zich kan bevinden. Schrijf ook hierbij extra bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoorbeeld: ‘in een saaie winkel’, ‘op een drukke straat’, ‘in het donkere bos’, etc. Vouw wat je geschreven hebt weer naar achteren, zodat het niet meer te lezen is en geef het papier door. Als derde wordt er omschreven op welke manier de persoon een uitspraak doet. Begin met: zegt, schreeuwt, roept of fluistert en zet daar eventueel ook nog een emotie of een andere toevoeging bij. Bijvoorbeeld: ‘zegt heel verdrietig’, ‘roept boos,’ ‘fluistert jaloers’, ‘zegt met een hoge piepstem’. Als vierde wordt er een uitspraak opgeschreven. Bijvoorbeeld: “Hè, hè, even zitten!”, “Oh, wat ruikt het hier lekker!”, “Ja hoor, daar ben ik het helemaal mee eens !”. En dan... leest iedereen de gekke (grappige) combinatie voor. Maak gebruik van je stem, mimiek en lichaamstaal om het verhaaltje zo leuk mogelijk voor te lezen.
Galgje
Ik ga op reis en ik neem mee...
Een bekend spel voor in de auto... Je begint met 'Ik ga op reis en neem mee... een tandenborstel.' Nu moet je taalmaatje herhalen wat jij zei en daar een item aan toevoegen. Dus 'Ik ga op reis en neem mee... een tandenborstel en een boek.' Voeg steeds een item toe aan de lijst: hoeveel items kunnen jullie foutloos onthouden?
Met 3 woorden een zin
Schrijf 3 woorden op. Laat je taalmaatje een zin maken met die 3 woorden. Nu schrijft je taalmaatje 3 woorden op en maak jij daar een zin van. Herhaal een aantal keer.
Associatie
Begin met een woord, bijv. bal. Waar denk je aan bij het woord 'bal'? Bijv. buitenspelen. Schrijf dat op. Nu mag de ander: waar denkt hij aan bij het nieuwe woord 'buitenspelen'. Bijv. vriendjes. Dan ben jij weer aan de beurt en zo gaan jullie door.
Ik zie, Ik zie, wat jij niet ziet
Ook een bekend spel dat geen verdere uitleg behoeft :).
Plaatjes Praat
Print allemaal plaatjes uit (Google 'Woordplaatjes' - er zijn online heel veel gratis te vinden). Zorg voor een variatie aan kaarten. Pak om de beurt een kaart.
Eenvoudig: benoem wat je op het plaatje ziet. Moeilijker: maak een zin a.d.h.v. het plaatje. Nog moeilijker: omschrijf het plaatje zonder het plaatje te benoemen - kan de ander het raden? Bijv. Het is een dier, groot, bruin, heeft 4 poten, een staart, je kunt erop rijden, het eet haver (paard).
Letter Hussel
Hussel de letters van een woord. Kan je taalmaatje de letters op de juiste volgorde zetten en het woord uitvogelen?
Makkelijk: laat de eerste en laatste letter van het woord op de correcte plek staan, gebruik geen moeilijke of lange woorden. Moeilijk: hussel alle letters, gebruik langere woorden.
Op deze site worden de letters gratis voor je gehusseld.
Woordvolgorde
Hussel de woorden van een zin. Kan je taalmaatje de woorden in de juiste volgorde zetten en de zin uitvogelen?
Makkelijk: verzin een willekeurige zin. Moeilijker: gebruik een passage uit een boek. Hussel de passage zin voor zin en bouw zo langzaam de passage op.
Tip: met excel of calc (open office) kun je eenvoudig de woorden van een zin willekeurig laten husselen. Typ in kolom B in elke cel een woord van de zin. Typ in cel A1 de functie '=Aselecttussen(1; 20)' en sleep dit naar beneden. Er worden nu willekeurig cijfers gegenereerd in kolom A. Kies in het menu 'Gegevens - Sorteren - op Kolom A'. De cijfers en woorden worden voor je gehusseld! Hanteer die als nieuwe woordvolgorde.
Rebus Oplossen
Maak online een rebus bijv. met The Rebus Club. Los deze samen op of laat je taalmaatje het zelf oplossen. Laat nu je taalmaatje voor jou een rebus maken.
Verteldobbelstenen (zelf maken)
Wellicht ben je bekend met de verteldobbelstenen? Deze kun je ook zelf maken. Schrijf op een papier 6 woorden per categorie. Verder heb je 1 dobbelsteen nodig.
Categorie 1: Persoon (soldaat, kapitein, dame ...)
Categorie 2: Voorwerp (sleutel, hek, koffer ...)
Categorie 3: Dieren (wolf, vleermuis, kat ...)
Categorie 4: Emoties (boos, verongelijkt, uitgelaten ...)
Categorie 5: Bijvoeglijk naamwoord/ Bijzonderheid (rood, glimmend, stekelig ...)
Categorie 6: Plaats (bij het meer, in het bos, onder een steen ...)
Categorie 7: Werkwoord (lopen, rennen, smeken, huilen, lachen ...)
Kies 3 categorieën. Gooi bij elke categorie de dobbelsteen. Gooi je ene '3', dan neem je het derde woord van het lijstje in die categorie. Nu heb je 3 woorden. Kun je een zin / verhaal bedenken met deze 3 woorden?
Vragen Ganzenbord
Teken zelf een ganzenbord. Zet op de vakjes onderwerpen. Gooi de dobbelsteen om je pion te bewegen. Nu moet je iets vertellen wat met het onderwerp op het vakje te maken heeft. Bijv. Ik land op het onderwerp 'familie' en ik vertel dat ik 2 zussen en 1 broertje heb. Onderwerpen kunnen bijv. zijn: huisdieren, school, huwelijk, vrienden, familie, je huis, je buurt, je dorp, je geboorteland, Nederland, ideale baan, favoriete voedsel, favoriete film, favoriete boek, favoriete muziek, de natuur, tuinieren, geld, hobbies, sport, toekomst plannen, dromen, gezondheid, weekend, beste wat mij ooit overkwam, dit maakt mij gelukkig, ideale man/ vrouw, dit doe ik voor de lol, hier ben ik goed in, dit ben ik, karaktereigenschappen etc.
Wie is het?
Wie is het? is uiteraard bij allen bekend. Je moet raden wie de ander apart heeft gezet. Daarvoor moet je leren om vragen te formuleren. Op pinterest vind je ook andere onderwerpen die je in het spel kan toepassen, bv dieren, eten. Afhankelijk van het format van het spel dat je in bezit hebt kun je deze gewoon uitprinten of je moet het nog even aanpassen aan het format van je eigen spel. Je hoeft in ieder geval niet op zoek naar alle plaatjes.
Zo kun je op een speelse manier de taal oefenen. Ook geven de plaatjes vaak aanleiding tot een nieuw gesprek - bijv. over eten. Wat wij bijv. heel bekend vinden komt in hun land misschien helemaal niet voor. Denk maar eens hoe wij ons voelen als wij op de markt lopen en een kraam zien met allemaal - voor ons - onbekende fruit en groente. Je kunt praten over het bereiden van, de smaak, wat je er zoal mee kunt maken. Maar ook ter vergroting van de woordenschat is het heel nuttig.
Juf Sanne heeft op haar site voor haar klas een aantal kant en klare alternatieven gemaakt die je zo kunt printen. Ze geeft ook het idee om bijv. thematische stickers in tweevoud te kopen - daarmee kun je ook een eigen alternatieve inhoud maken.
Voor wie geen eigen 'Wie is het' spel heeft, je kunt deze ook simpel zelf maken op een stukje dun karton - zoals hier rechts afgebeeld. Plak dan bijv. de plaatjes van Juf Sanne op beide sets, lamineren en klaar. Koop bij de Action goedkoop een aantal whiteboard stiften - daarmee kun je op het plastic schrijven (dus aangeven wie je gekozen hebt, en afstrepen wie de ander niet gekozen heeft adhv je vragen).
Vraagwoordenspel: oefent met vraagwoorden en woordvolgorde
Juf Anneliese en Juf Anke hebben dit prachtige vraagwoordenspel (pdf) vormgegeven. Het idee is om kinderen te helpen om zinsdelen in de juiste volgorde te zetten. Je kunt kaartjes met plaatjes gebruiken voor wie nog niet lezen kan. Je kunt de lege kaartjes gebruiken en zelf woorden daarop schrijven voor wie al wel lezen kan. Het idee is dat elk kaartje een soort puzzelstukje is. En van 3 puzzelstukjes maak je 1 zin. En dan wissel je bijv. 1 zinsdeel met een ander in die zin. De volgorde blijft hetzelfde, alleen de inhoud veranderd. Vervolgens kun je daarop uitbouwen door zinsdelen door elkaar aan te bieden (hoe groter een selectie om uit te kiezen hoe moeilijker het wordt), door meer dan 3 zinsdelen te gebruiken, door 2 aan te bieden en 1 zelf te laten verzinnen etc. Heel goed te gebruiken bij het oefenen van woordvolgorde. Download het spel (pdf) / Ga naar de site.
Klokopoly
Oefen met klokkijken met deze aangepaste versie van Monopoly ontwikkeld door (bijna) juf Wendy. Op haar site zijn spelbord en spelkaartjes gratis te downloaden. Die kun je printen en gebruiken. De spelregels zijn een beetje anders dan je gewend bent van Monopoly.
De eenvoudige versie: als je op een rood vakje komt moet je een rode vraag beantwoorden. Heb je de vraag goed dan krijg je een geld beloning, heb je het niet goed, dan moet je een geld boete betalen. Kom je op een blauw vakje dan beantwoord je een blauw vakje etc. Kom je langs start dan krijg je geld cadeau, net als bij de echte Monopoly. De moeilijkere versie: wanneer je 3x een vraag van dezelfde kleur correct hebt beantwoord, dan mag je op het vakje waarop je de 3e keer staat, een huis bouwen voor een bepaald bedrag. Als nu anderen op dat vakje komen, dan moeten ze geld aan jou betalen, net als bij de echte Monopoly. Ook zijn de geld bedrag hoger, waardoor het geld rekenen ook lastiger wordt. Veel volwassenen zijn niet (meer) gewend om spelletjes te spelen. Toch is mijn ervaring dat ze het meestal wel heel leuk vinden om te doen. Zeker wanneer ze ook kinderen hebben, stimuleer je op deze wijze niet alleen de taalontwikkeling, maar ook het samen spelen - iets waar hun kinderen weer plezier aan kunnen hebben.
Ga naar de site: klokopoly spelbord en kaartjes
Geldopoly
Oefen met geld met deze aangepaste versie van Monopoly ontwikkeld door (bijna) juf Wendy. Op haar site zijn spelbord en spelkaartjes gratis te downloaden. Die kun je printen en gebruiken. De spelregels zijn een beetje anders dan je gewend bent van Monopoly.
De eenvoudige versie: als je op een rood vakje komt moet je een rode vraag beantwoorden. Heb je de vraag goed dan krijg je een geld beloning, heb je het niet goed, dan moet je een geld boete betalen. Kom je op een blauw vakje dan beantwoord je een blauw vakje etc. Kom je langs start dan krijg je geld cadeau, net als bij de echte Monopoly. De moeilijkere versie: wanneer je 3x een vraag van dezelfde kleur correct hebt beantwoord, dan mag je op het vakje waarop je de 3e keer staat, een huis bouwen voor een bepaald bedrag. Als nu anderen op dat vakje komen, dan moeten ze geld aan jou betalen, net als bij de echte Monopoly. Ook zijn de geld bedrag hoger, waardoor het geld rekenen ook lastiger wordt. Veel volwassenen zijn niet (meer) gewend om spelletjes te spelen. Toch is mijn ervaring dat ze het meestal wel heel leuk vinden om te doen. Zeker wanneer ze ook kinderen hebben, stimuleer je op deze wijze niet alleen de taalontwikkeling, maar ook het samen spelen - iets waar hun kinderen weer plezier aan kunnen hebben.
Ga naar de site: geldopoly spelbord en kaartjes.
Bingo - numbers, woorden, thema's, taalregels
Bingo is uiteraard bekend. De action verkoopt een mini bingo numbers spelletje voor een paar euro. Dit kun je uitstekend gebruiken om numbers tot 100 te oefenen.
Wie liever zelf maakt, dat is ook eenvoudig. Kies bijv. 20 woorden en schrijf steeds 10 op een blaadje. Zorg dat je een aantal hebt. Schrijf nu alle 20 woorden op kleine blaadjes en vouw of frommel ze op. Doe ze in een zak of bakje - daar kun je dan steeds uit grabbelen.
Tip: met excel of calc (open office) kun je eenvoudig de woorden van een zin willekeurig laten husselen. Typ in kolom B in elke cel een woord van de zin. Typ in cel A1 de functie '=Aselecttussen(1; 20)' en sleep dit naar beneden. Er worden nu willekeurig cijfers gegenereerd in kolom A. Kies in het menu 'Gegevens - Sorteren - op Kolom A'. De cijfers en woorden worden voor je gehusseld! Hanteer die als nieuwe woordvolgorde.
VARIATIE THEMA'S OF TAAL REGELS:
Ook kun je een variant van bingo spelen door thema's of grammatica regels te gebruiken ipv numbers. In dit geval hoef je maar 1 speelkaart te maken, gebruik je alle thema's/regels ipv een selectie op de speelkaart en heb je als doel deze door te lopen op de volgorde dat ze gegrabbeld worden. Het is dus geen competitie tussen jou en je taalmaatje, maar je pakt om de beurt een kaartje en dat voer je om de beurt uit. Dus speel je met thema's (dieren, eten, supermarkt, in huis, kleding, sporten etc) en grabbel je bijv. het kaartje 'dieren', dan moet je daar vervolgens iets mee - wat dat is, spreek je natuurlijk van te voren af. Bijv. 3 dingen die horen bij dat thema opnoemen of opschrijven. Of een zin maken met het woord of in dat thema. Of je meest favoriete en minst favoriete noemen van dat thema. Etc. Bij taalregels kun je bijv. 3 woorden of zinnen bedenken die voldoen aan die taalregel. Of eentje die wel voldoet en eentje die niet voldoet. Of uitleggen wat die regel is. Etc. Zo kun je van een saaie oefening toch iets leuks maken!
Kwartet
Je kunt hier een dubbele oefening van maken door eerst samen met je taalmaatje het kwartetspel te maken. Je kiest samen een aantal categorieën uit. Die kunnen allemaal te maken hebben met 1 thema, of helemaal niet. Daarna bedenken jullie per categorie 4 woorden of onderwerpen die bij die categorie horen. Hiermee oefen je dus ook categorieën.
Daarna maken jullie de kaarten. Schrijf bovenaan de kaart de categorie. Schrijf in het midden van de kaart het woord of onderwerp van die kaart. Schrijf onderaan de kaart de 3 andere woorden/ onderwerpen die bij diezelfde categorie horen.
Nu kun je het spel samen spelen. Als je dit op gewoon A4 papier doet zullen de kaarten wellicht doorzichtig zijn. Je kunt een groot boek rechtop op de tafel laten staan en daar je kaarten achter verstoppen.
Er bestaat ook een kwartetspel voor NT2 die je kunt kopen. Daarvan is het plaatje die je hier ziet. Bij Boom NT2 te koop.
ONLINE SPELLETJES
Memoryspelen.nl
Je kunt hier je eigen memory spel maken of bijv. een memory spel van iemand anders gebruiken. De memoryspellen zijn ook uit te printen.
Een favoriet spelletje bij veel juffen en taalcoaches en heel goed voor het oefenen met nieuwe woorden.
Om op memoryspelen.nl je eigen memoryspel te maken moet je wel een account aanmaken (alleen email adres en wachtwoord nodig). Je spel komt nu in de lijst zodat ook anderen deze kunnen spelen.
Hieronder een aantal uitgelicht:
- 7/43 boek 2
- 7/43 boek 3
- 7/43 boek 4
- 7/43 boek 5
- 7/43 boek 6/7
- NT2 eerste woorden (alleen plaatjes)
- Groep 3 letter oe
- Het dagelijks leven
- Taal (een aantal moeilijke woorden en wat zij betekenen). Er is een hele serie van Taal In Beeld (of TIB) met een cijfer erachter (711 staat voor groep 7, blok 1 les 1). Dat zijn steeds een aantal woorden die je met plaatjes moet matchen. Bijv. deze of deze
- Lichaamsdelen
- Het weer
Sleepspellen.nl
Een leuk online spelletje om woordbegrippen, grammatica en spellingsregels etc. te oefenen.
Dit kan alleen online.
Er staan reeds veel spelletjes online die door andere gebruikers gemaakt zijn. Bijv.
Tegenstellingen
Fruit
En een hele lijst verschillende oefeningen van Taal in Beeld (woord + plaatje). Klik hier, scroll naar beneden.
Onder het kopje 'Mijn spellen' kun je een account aanmaken (gratis, alleen email en wachtwoord nodig) en je eigen spellen maken.
Ga naar de site.
Woordzoekers
Er zijn verschillende sites en apps die gratis woordzoekers aanbieden. Ook kun je zelf een woordzoeker maken (lees hier meer). Woordzoekers zijn ontzettend goed voor de woordenschat. Doe tijdens de taalles samen een woordzoeker en bespreek de woorden die je tegen komen en leer je taalmaatje hoe ze gebruik kan maken van een woordenboek.
Bijv. deze online woordzoeker van Denksport
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een bericht achter - hoe werkt dit voor jou?